Bonus

Als u me, met de hand op het hart, belooft het niet verder te vertellen, dan zal ik u een geheimpje verklappen. Het is een ontboezeming, iets wat ik in het kader van de algemene transparantienorm in ons land anno 2012, toch kwijt moet. Ik heb mezelf … – nou ja, vooruit dan – … ik heb mezelf dus een bonus toegekend. U weet, tenminste als u uw klassieken kent, dat bonus Latijn is voor ‘goed’. En bonus is dan dus het tegenovergestelde van het Latijnse malus. Dat betekent ‘slecht’. Ik heb mezelf dus gekwalificeerd als goed. Uitgedrukt in een cijfer? Laten we zeggen een 8. Een dikke 8, geen 9 dus nog; dat dan weer niet. Maar die 8, die is verdiend. Want ik ben een goede baas voor mijn mensen. Ik hou ze per slot van rekening aan het werk. Wat moeten ze anders? In de cherrytomatenkassen hier bij Weteringbrug hun rug kapot plukken dan? Of bij de groene collega’s die hun brood verdienen met het opkweken van Valentijnrozen voor een eurootje of 3 per stuk? Neen, dat is lekker werken. Trouwens, daar kunnen ze niet meer terecht. Die banen zijn immers massaal ingepikt door Polen. Hardwerkende, niet zeurende, af en toe een beetje lastige Polen. Die met z’n vijftienen aan de Grote Poel een driekamerhuis bewonen, dat van achterstallig onderhoud uit elkaar valt. Waar ze de man – en vrouw, want dat onderscheid maakt de huisbaas niet – ongeveer 350 euro moeten dokken voor een ligplek en een beurtelings in te nemen stoel aan de eettafel, waar in 3 shifts wordt gegeten. Anders past het niet.Neen, mijn werknemers zijn blij dat ze voor mij werken. Dat ze überhaupt werk hebben. Dat ik ze, vanwege de economische malaise die volgde op de kredietcrisis die volgde op de bankencrisis, niet buiten heb gezet om daarna voor hetzelfde werk, maar dan wel tegen de helft van de kostprijs, een handvol contractanten op hun plek te zetten. Hoewel, ik heb het natuurlijk wel overwogen. Je moet tenslotte ook aan je resultaten denken. Het gaat om het cijfer onder de streep. En dat moet koste wat het kost een groen cijfer zijn. Rood doet het niet goed bij volgers, media, aandeelhouders, stakeholders en ook niet thuis. Je hoort het je partner al uit de SUV roepen: “Denk je ook wel even aan onszelf, schat? Ik moet ook rondkomen.” Neen, rode cijfers voegen niets toe aan je jaarsalaris. En dat is op zichzelf nauwelijks toereikend voor een gepast leven als captain of industry. Ik bedoel, je zal – ik neem een willekeurig voorbeeld – voor zeg eens 1,8 miljoen per jaar op de payroll staan, zoals eertijds Peter Bakker van het voormalige TNT Post in 2011. Een rapportcijfer 8 bleek de man niet waard. Immers, ze hebben hem ondertussen geloosd wegens tegenvallende prestaties. Als dank voor het langskomen kreeg hij de lieve eenmalige extra som van 2,6 miljoen mee. En daar kwam recent nog eens 9 ton bij. De top van TNT Express en PostNL heeft vorig jaar na de splitsing van het bedrijf namelijk 12 miljoen euro aan extra beloningen ontvangen uit het afkopen van aandelen en optiepakketten. De aandelenprogramma’s werden afgekocht met contant geld, terwijl de koersen van beide bedrijven vorig jaar onderuitgingen. Snapt u wel? Dus ja, ook ik heb wel even overwogen of ik me niet de laan uit moest laten sturen bij mijn bedrijf. Zoals ook de minzame FC Twente voorzitter Joop Munsterman van Wegener. Die kreeg na zijn ontslag 2,3 miljoen euro mee. Maar neen dus, ik blijf. Ik ga door. Je bent tenslotte een baas of je bent het niet. Dat Twitteren en Facebooken mijn mensen vaak ook trouwens, zag ik: ‘die Beijer, dat is echt een baas’.

(deze tekst is ook gepubliceerd in InfoRegio editie 2-2012)